CODART, Dutch and Flemish art in museums worldwide

Praag rond 1600. Kunst en wetenschap aan het hof van Rudolf II

Prague, circa 1600. Art and Science at the Court of Rudolf II Exhibition: 29 September 2016 - 10 January 2017

The University houses many exceptional treasures from the time of Rudolf II. Bartholomeus Spranger, Aegidius Sadeler and Pieter Stevens are represented with beautiful drawings and prints. Particularly spectacular are the large engravings designed by Adriaen de Vries. Manuscripts and books highlight the central role that took science in Prague and shed light on the links between Prague and Leiden. Alchemical manuscripts from the library of Rudolf II, that came in possession of Leiden University via a detour, have been rarely exhibited before.

In 1583 Rudolf II, Emperor of the Holy Roman Empire, moved his capital from Vienna to Prague, which then developed into a center of culture and science. Rudolf II was one of the greatest patrons of his time. Artists from all over Europe traveled to Prague to offer their services to the emperor, including Bartholomeus Spranger, who was responsible for a new court style which exerted its influence across Europe. Also in science Prague became a major center. Scholars of international fame, such as Tycho Brahe and Johannes Kepler, found work in Prague. Rudolf II also had a special interest in the occult sciences.

Information from the organizers (in Dutch), 21 September

In 1583 verplaatste Rudolf II (1552-1612) de hoofdstad van het Heilige Romeinse Rijk van Wenen naar Praag. Rudolfs hof werd een toonaangevend centrum van cultuur en wetenschap. Kunstenaars uit heel Europa trokken naar Praag om hun diensten aan de Habsburgse keizer aan te bieden, onder wie Bartholomeus Spranger, die verantwoordelijke was voor een nieuwe, exuberante hofstijl. Ook vooraanstaande geleerden, zoals de astronomen Tycho Brahe en Johannes Kepler, vonden er emplooi. Rudolf had bovendien een speciale belangstelling voor de occulte wetenschappen.

In zijn beroemde Schilder-Boeck (1604) typeerde Karel van Mander Rudolf II als de belangrijkste mecenas van zijn tijd. Op politiek vlak was de keizer aanzienlijk minder succesvol. Zijn macht brokkelde geleidelijk af. Tijdgenoten merkten op dat Rudolf al te vaak vergetelheid zocht in het artistieke en het intellectuele.

Maar de uitstraling van het Praagse hof was enorm. De kunsten en de wetenschappen hadden een belangrijke plaats in het internationale diplomatieke verkeer. Met name de betrekkingen met de Lage Landen waren zeer intens.

Praagse schatten in Leiden: scientia en ars in evenwicht

In de loop van vier eeuwen zijn uitzonderlijk veel Praagse schatten in het bezit van de Universiteit Leiden gekomen. Brieven, handschriften, vroege drukken, tekeningen en prenten brengen de rijkdom van de Praagse hofcultuur tot leven. Tot de topstukken behoren de alchemistische handschriften uit de bibliotheek van Rudolf, die zelden eerder zijn tentoongesteld.

De kunstwerken op papier doen recht aan de brede artistieke belangstelling van de keizer. De hofkunstenaars Arcimboldo, Joseph Heintz, Jacob Hoefnagel, Roelandt Savery, Aegidius Sadeler, Bartholomeus Spranger, Pieter Stevens en Adriaen de Vries zijn allen in de Leidse verzamelingen vertegenwoordigd.