CODART, Dutch and Flemish art in museums worldwide

Een hart voor boeken: Rubens en zijn bibliotheek

A devotion to books: Rubens and his library Exhibition: 6 March - 13 June 2004

Part of multi-museum program Rubens 2004.

Curator

Marcus De Schepper

From the Rubens 2004 website

Danish physician Otto Sperling testified during a visit to Rubens’s workshop how the painter had Tasso read to him whilst he was correcting sketches. We know that he owned a sizeable library, among other things from the book orders placed with his childhood friend Balthasus I Moretus. Books were never far from the master’s life. Just like his art collection, Rubens’s library mirrored Rubens’s personality. He read artists’ biographies and studied atlases, books on language and the new science of archaeology, preferably in Latin. In preparing his diplomatic missions, he also burrowed into political and historical literature, as well as court gossip. Nor were his sons short of schoolbooks. Rubens’s library was one of the largest in Antwerp, and the selection displayed here is the first of its kind. The superb Museum Plantin-Moretus is the place par excellence to discover this unknown aspect of Rubens’s versatile spirit.

From the museum website

De Deense arts Otto Sperling getuigt tijdens een bezoek aan het Rubensatelier hoe de schilder zich laat voorlezen uit Tasso terwijl hij schetsen corrigeert. En dat hij een aanzienlijke bibliotheek bezat weten we ondermeer uit de boekbestellingen die hij plaatst bij zijn jeugdvriend Balthasar I Moretus. Net als de kunstcollectie was ook zijn bibliotheek een spiegel van Rubens’ persoonlijkheid. Hij las kunstenaarsbiografieën en bestudeerde atlassen, boeken over taal en prille archeologie, liefst nog in het Latijn.

Ter voorbereiding van diplomatieke missies dook hij in politieke en geschiedkundige literatuur, maar ook in hofroddels. Aan schoolboeken kwam het zijn zonen niet tekort. Rubens’ bibliotheek was één van de grootste in Antwerpen en de selectie die hier wordt getoond, is een primeur. Het schitterende Museum Plantin-Moretus is dé plek bij uitstek om dit ongekend aspect van Rubens’ veelzijdige geest te ontdekken.

Pieter Paul Rubens (1577-1640) was een buitengewoon veelzijdig mens: een geniaal kunstenaar, een behendig diplomaat, een succesvol zakenman, een ‘homme du monde’, een humanistisch intellectueel. Dit laatste was uitzonderlijk in een tijd waar een kunstenaar doorgaans ‘slechts’ een ambachtsman was: hij had contacten met humanisten en geleerden, publiceerde zelf over architectuur
(Palazzi), en verzamelde kunstwerken en boeken.

Even uitzonderlijk was zijn boekenverzameling. Die behoorde in zijn tijd tot de grootste en belangrijkste in Antwerpen en de Zuidelijke Nederlanden. Rubens’ collectie overtrof ruimschoots die van andere kunstenaars-tijdgenoten (als bv. Velazquez, Saenredam, Rembrandt). Merkwaardig genoeg is hieraan in het ruim 150-jarig Rubensonderzoek slechts weinig aandacht besteed, hoewel iedereen overtuigd was van het belang van Rubens’ vorming, intellectuele ontwikkeling en lectuur. Hoofdoorzaak hiervoor was dat de bibliotheek van P.P. Rubens niet integraal tot ons is gekomen. Er is zelfs geen catalogus of inventaris van bewaard, hoewel zijn testamentaire bescheiden daarnaar verwijzen. Na zijn overlijden in 1640 werd Rubens’ bibliotheek vererfd: aan zijn zoon Albert, en na diens dood samen met de door Albert verworven boeken te Brussel geveild in 1658. De verzameling bleef dus niet als geheel bewaard; meer zelfs: er is slechts weinig rechtstreeks uit bekend, zodat het te begrijpen valt dat ook het Rubensonderzoek er niet teveel aandacht aan schonk.

De Antwerpse bibliothecaris Prosper Arents (1889-1984) heeft decennialang materiaal verzameld om de ‘Rubensbibliotheek’ te kunnen reconstrueren. Hij deed dat heel meticuleus op basis van verschillende categorieën bronnen: dedicatie-exemplaren, aan Rubens opgedragen werken, Rubens’ boekillustraties voor de Officina Plantiniana, zijn aankopen in de boekwinkel van de Officina Plantiniana, zijn eigen publicaties, werken waarin over Rubens werd geschreven of met teksten over hem, vermeldingen van boektitels in brieven, de bibliotheken van zijn broer Filips en van zijn zoon Albert Rubens en van lectuurgegevens en citaten. Het door Arents niet voltooide onderzoek werd door een werkgroep van de Vereniging der Antwerpse Bibliofielen persklaar gemaakt en als een dubbele jaargang van haar jaarboek De Gulden Passer (2000-2001) gepubliceerd.

Op basis van de wetenschappelijke reconstructie door Arents kan nu voor het eerst een overzichtstentoonstelling worden gebracht van de uitzonderlijke rijkdom aan intellectueel materiaal dat ter beschikking stond van P.P. Rubens, zijn familieleden en zijn vrienden. Omdat Rubens’ levensjaren samenvallen met de bloeiperiode van het barokboek in deze regio is het tevens een illustratie van deze belangrijke artistieke expressie van het Europese geestesleven.

Het Museum Plantin-Moretus is de uitgelezen locatie voor deze tentoonstelling, niet alleen omdat het boeken en kunstwerken uit de betreffende periode bezit, maar bovenal omdat het onderwerp sorteert onder de werking zelf van deze vroegere Officina Plantiniana. P.P. Rubens was van in zijn jeugd vertrouwd met het Plantijnse huis via zijn jeugdvriend Balthasar Moretus, zoon van Jan Moretus en kleinzoon van de stichter van de Officina Plantiniana. In opdracht van Balthasar Moretus en naar zijn instructies zou Rubens tientallen titelpagina’s en andere illustraties ontwerpen. Bij hem zou hij ook honderden boeken aankopen voor zichzelf, zijn zoon Albert en zijn vele vrienden in het buitenland. Het Museum Plantin-Moretus is de unieke site van deze activiteiten en bewaart nog vele relicten ervan (archivalia, ontwerptekeningen, koperplaten, grafiek en drukken).

Uit de rijke waaier van Rubens’ boekenbezit worden voorbeelden getoond (fraaie illustraties, belangrijke autografen, boekbanden enz.). De schaarse authentieke Rubensexemplaren worden na ruim 350 jaar voor het eerst weer samengebracht in het huis waar ze wellicht in Rubens’ handen kwamen. Doel is een esthetisch en wetenschappelijk verantwoorde tentoonstelling aan te bieden met hoogtepunten uit de drukkunst van de 16de en vooral 17de eeuw (het vroege barokboek) die vier eeuwen geleden deel (konden) uitmaken van de bibliotheek van een ‘grand seigneur’.