CODART, Dutch and Flemish art in museums worldwide

Atelierpraktijken in beeld en geschrift

Studio practice in pictures and in writings symposium: 29 October 2004

Location of symposium

Sweelinckzaal (0.05), Drift 21 te Utrecht

Organization

Sectie Atelierpraktijk en geschiedenis van de kunstproduktie van de Onderzoekschool Kunstgeschiedenis

Co-ordination

Jan Piet Filedt Kok (Rijksmusuem Amsterdam), Jeroen Stumpel (Universiteit Utrecht) en Ruud Priem (Onderzoekschool Kunstgeschiedenis)

Information

De aandacht van de kunstgeschiedschrijving lijkt soms grillig verdeeld. Aan het perspectief bijvoorbeeld is een groot aantal boeken en artikelen gewijd, terwijl de geschiedenis van de toepassing van olieverf er nogal bekaaid van af komt. Over de materiële geschiedenis van die olieverf is (op de controverse over de Van Eycks als uitvinders na) zelfs heel weinig geschreven, terwijl juist die geschiedenis voor de schilderkunst in de Nederlanden van het grootste belang is. Kennelijk heeft de heldere en schone theorie van het perspectief heel wat meer onderzoekers aangelokt dan de ietwat rommelige kant van schilderambacht en -praktijk. Misschien is het vanwege een academische vooringenomenheid geweest dat de kunstgeschiedschrijving zich lange tijd niet diep in het atelier heeft willen wagen om er de materiële praktijk te onderzoeken.

Juist de laatste decennia is daar verandering in gekomen, en groeit de belangstelling voor de bestudering van de atelier praktijk. Die interesse is gewekt op verschillende gebieden, en op grond van verschillende ontwikkelingen: de sterk uitgebreide mogelijkheden van het materiële en natuurwetenschappelijke onderzoek; de vraag om een wetenschappelijker benadering van conservatie en restauratie, en een hernieuwde belangstelling van de kunstgeschiedenis voor vragen over ontwikkeling van stijl in samenhang met techniek. Bronnenonderzoek van de oudere kunstliteratuur, handboeken en recepten etc. vindt systematisch plaats, terwijl met de reconstructie van historische recepturen een begin is gemaakt (aan dit laatste thema zal het ICN half oktober een symposium wijden).

Op elk van de bovengenoemde terreinen heeft zich vruchtbaar onderzoek ontwikkeld, maar een integrale benadering waarin de inzichten en verworvenheden van de verschillende groepen onderzoekers worden gecombineerd, is eigenlijk nog steeds een desideratum. De sectie Atelierpraktijk en geschiedenis van de kunstproductie van de Onderzoekschool Kunstgeschiedenis (OSK) wil daarom eveneens een kleinschalig symposium organiseren, dat gewijd zal zijn aan de stand van zaken van het onderzoek naar de atelierpraktijk van de schilderkunst in de Nederlanden. Daarbij zal het gaan om ateliervoorstellingen en andere visuele bronnen van het ambacht, en ook om de kunstliteratuur als bron van informatie over praktijken in het atelier. Het symposium moet uitdrukkelijk aansporen tot gedachtenwisseling tussen onderzoekers, waarbij het tevens de bedoeling is dat op grond van die gedachtenwisseling kan worden getoetst of, en in welke vorm, een omvangrijker, zo mogelijk Vlaams-Nederlands onderzoekproject kan worden geformuleerd. Om deze reden is de bijeenkomst niet te grootschalig opgezet en zal aantal deelnemers tot maximaal veertig worden beperkt.

Registration

Aanmelden kan via de website van de OSK, per email via osk@let.uu.nl of per reguliere post p/a Secretariaat OSK, Kromme Nieuwegracht 29, 3512 HD Utrecht o.v.v. “Atelierpraktijken”.