The exhibition shows silver objects from Kampen from the 17th until the 20th century.
From the museum website
Door de eeuwen heen hebben Kamper zilversmeden niet alleen gewerkt in opdracht van de gilden, de kerk of het stadsbestuur, vanaf de 17e eeuw werkten zij ook meer en meer in opdracht van de burgerij.
De toenemende behoefte aan luxe en comfort die zich vanaf de 17e eeuw bij de burgers manifesteerde, uitte zich niet alleen in het gebruik van tafelzilver, maar ook door het dragen van sieraden en zilveren voorwerpen die aan of bij kleding gedragen werden zoals oorijzers, gordels, beugeltassen, knopen, haken en gespen.
Ook nieuwe luxe producten die in de 17e eeuw geïntroduceerd werden, zoals thee, koffie, chocola en tabak wakkerden de vraag naar zilveren voorwerpen aan in de vorm van zilveren theepotjes, theedoosjes, koffiepotten, snuifdoosjes etc. In de 18e eeuw ontstond ook vraag naar zilveren brandewijnkommen. Brandewijn werd sinds de 16e eeuw als geneesmiddel gebruikt, maar vanaf de eerste helft van de 18e eeuw was het als genotmiddel algemeen verspreid. De zilveren brandewijnkommen werden gebruikt bij bijzondere gelegenheden, zoals bij een geboorte. De kom werd gevuld met brandewijn en rozijnen en ging rond in het gezelschap dat op kraamvisite kwam.
De ambachtelijk opererende zilversmeden ondervonden in de 19e eeuw in toenemende mate concurrentie van opkomende zilverfabrieken als Van Kempen en Begeer, maar toch was er voor een aantal zilversmeden nog voldoende emplooi in Kampen.
Een groot deel van de expositie bestaat uit zilveren voorwerpen die in 2008 door de heer H. Krans aan het Stedelijk Museum Kampen werden geschonken.