CODART, Dutch and Flemish art in museums worldwide

Crawly Creatures. The Representation and Appreciation of Insects and Other Small Animals

30 September 2022 - 15 January 2023

Crawly Creatures. The Representation and Appreciation of Insects and Other Small Animals

Exhibition: 30 September 2022 - 15 January 2023

The crawly creatures featured in this exhibition are the little creatures such as toads, lizards, spiders and insects which evoke powerful emotions. For some they are utterly terrifying; others find them extremely beautiful. The exhibition explores this fascination for the world of the small, and the intriguing relationship between art and science.

Where once they were associated with death and the devil, later people also began to see their beauty, with artists such as Albrecht Dürer, Wenzel Jamnitzer, Jan van Kessel and Maria Sybilla Merian depicting them in magnificent works of art. Scientists, meanwhile, have collected, drawn and studied them, and peered at them under the microscope. See the Dutch text below for more information.

Onderkruipsels

Voor de tentoonstelling lenen musea en privécollecties van over de hele wereld hun hoogtepunten, zoals recent ontdekte specimen op sterk water uit het wereldvermaarde kabinet van de 17de-eeuwse apotheker en zoöloog Albertus Seba uit Duitsland en Het hoofd van Medusa van Peter Paul Rubens (ca. 1617-18) uit Tjechië. De tentoonstelling Onderkruipsels is te zien van 30 september 2022 t/m 15 januari 2023 in de Philipsvleugel van het Rijksmuseum. De tentoonstelling is mogelijk dankzij de Don Quixote Foundation via het Rijksmuseum Fonds.

Onderkruipsels worden in de middeleeuwen geassocieerd met de dood en de duivel. Gedacht wordt dat ze spontaan worden geboren uit dood materiaal als mest, rottende plantenresten en modder. Op kunstwerken zijn slangen, padden en hagedissen een metafoor voor het kwaad en treden ze op als handlangers van de duivel. Dit beeld verandert langzaam in de 15 de en 16de eeuw als kunstenaars oog krijgen voor de esthetiek van deze beestjes. Ze werden gezien als voorbeelden van de ‘Schoonheid van Gods schepping’. Duiken ze eerst op in de marges van middeleeuwse manuscripten, langzaamaan kruipen ze naar het centrum van het blad. Het eerste kunstwerk waarop een insect het hoofdonderwerp is, is een tekening van een vliegend hert, gemaakt door Albrecht Dürer in 1505 (J. Paul Getty Museum, Los Angeles), een van de hoogtepunten in de tentoonstelling.

Maria Sybilla Merian (1647-1717), Pomelo Branch with Green-banded Urania Moth, 1702-03
Royal Collection Trust, London

Onderkruipsels groeien in de 16de eeuw uit tot populaire verzamelobjecten in de kunst- en wunderkammers aan de Europese hoven, bijvoorbeeld in de vorm van life casts, afgietsels van echte dieren. De meest spraakmakende life casts en andere hoogtepunten uit de wunderkammer van de Habsburgse keizer (Kunsthistorisches Museum, Wenen) zijn in de tentoonstelling te zien. Ook onder kunstenaars en wetenschappers neemt de belangstelling toe. Onderkruipsels worden gekweekt, uitgewisseld, bestudeerd, vastgelegd en verzameld in naturaliënkabinetten. De uitvinding van de microscoop geeft de studie van deze beestjes een nieuwe impuls. Onderzoekers staan versteld over een geheel nieuwe wereld die nu voor het eerst zichtbaar wordt. Dit leidt onder meer tot de ontrafeling van hun grootste raadsel: hun voortplanting en metamorfose. Kunst en wetenschap waren in deze periode niet zo strikt gescheiden als nu. Zo reist Maria Sibylla Merian (1647-1717) naar Suriname om de metamorfose van insecten te bestuderen en te tekenen. Enkele van haar meest gewaardeerde tekeningen uit de collectie van Koningin Elizabeth II komen dit najaar naar het Rijksmuseum. Rond 1650 leidt de waardering voor onderkruipsels tot een eigen genre in de schilderkunst: het sottobosco of bosgrondje met reptielen en insecten. De uitvinder van het sottobosco, Otto Marseus van Schrieck, kweekte zelf reptielen, amfibieën en insecten. In het sottobosco komen kunst en wetenschap samen, dat is te zien in de laatste zaal van de tentoonstelling.