Guest curator
Michael Jepkes
From the museum website
De expositie De natuur zelve: de herontdekking van het Nederlandse landschap in de grafische kunst rond 1800 biedt een overzicht van het Nederlands landschap gezien door de ogen van 18de eeuwse grafiekkunstenaars. Herman van Brussel, Frans Milatz en vele anderen blikken in hun etsen en litho’s terug op grote voorbeelden uit het verleden: Jan van Goyen, Meindert Hobbema. Jacob van Ruisdael en Jan van de Velde de Jonge. Op de fundamenten van de Gouden Eeuw wil men bewust een kunst scheppen waarin de Nederlandse identiteit zichtbaar wordt.
Het Nederlandse landschap is wereldberoemd. Museumbezoekers van Tokio tot Boston kennen onze weiden, bossen en duinen, omdat kunstenaars zoals Ruisdael ze keer op keer afbeeldden. Niet alleen de museumbezoekers zijn gefascineerd door het ‘natuurlijk schoon’, ook de kunstenaars van toen bleven inspiratie putten uit deze bron.
In de achttiende eeuw waren het Van Brussel en Milatz die het Nederlandse landschap op nieuwe wijze verbeeldden. Zo gingen zij de natuur ín om ter plekke te tekenen en zelfs te etsen. Deze misschien onbekende kunstenaars spelen een hoofdrol binnen de tentoonstelling de Natuur zelve. Hun grafiek en die van hun tijdgenoten brengt de bezoeker van nu terug naar het landschap van de 18e eeuw waarin de mens zich één weet met de natuur. Er is niet alleen grote aandacht voor details; blaadjes, takken en gras worden op een zeer minutieuze wijze afgebeeld, maar tevens voor de grootse uitstraling van het natuurlijke landschap. Al die landschappen zijn in zwart-wit, maar door de kwaliteit van de etser, krijgt de natuur haar kleur. In de tentoonstelling is dan ook te zien hoe mooi zwart–wit kan zijn.
De kern van de expositie wordt gevormd door prenten uit de collectie van Th. Laurentius te Middelburg. Uit het bezit van Breda’s Museum wordt de imposante serie De Twaalf Maanden, die Jan van de Velde in 1618 vervaardigde, tentoongesteld.