CODART, Dutch and Flemish art in museums worldwide

Delft, Meissen, Loosdrecht: aardewerk en porselein uit Nederland en Duitsland

Delft, Meissen, Loosdrecht: earthenware and porcelain from the Netherlands and Germany Exhibition: 22 March - 14 September 2008

From the museum website

Het Chinese voorbeeld

In China werd al vanaf de 7de eeuw blauw-wit porselein gemaakt, maar pas sinds de oprichting van de Verenigde Oost-Indische Compagnie in 1602 werd het in grote hoeveelheden in Europa ingevoerd. Porselein is heel hard, waardoor men voorwerpen kan maken die veel dunner zijn dan aardewerk. Het is wit van kleur, waartegen andere kleuren mooi afsteken. Het viel dan ook zeer in de smaak bij een breed publiek. Natuurlijk probeerde men het in Europa na te maken, maar aanvankelijk zonder succes, want de grondstof ‘kaolien’, die het porselein zo hard maakte, was hier nog niet ‘ontdekt’.

Delft

De Hollandse aardewerkbakkers probeerden vergeefs het Chinese porselein te imiteren. Maar het aardewerk dat zij maakten, was kwalitatief zo goed, dat het in de 17de eeuw ‘Hollants porceleyn’ werd genoemd. Voor de decoratie gebruikte men zowel Chinese als Europese motieven. Toen rond 1650 een burgeroorlog in China uitbrak en de aanvoer van porselein stagneerde, nam de productie van namaak Chinees aardewerk enorm toe. Deze productie concentreerde zich in Delft.

Aan het eind van de 17de eeuw kwam de aanvoer van Chinees porselein weer op gang. Ook begon men Chinees en Japans polychroom (veelkleurig) porselein te importeren. De kleuren en ersieringsmotieven werden verwerkt in het Delfts aardewerk. Vanaf circa 1725 begon een neergang in de productie van het Delfts aardewerk door een langdurige economische crisis als gevolg van de Europese oorlogen. Bovendien vormden de nieuwe aardewerk- en porseleinfabrieken in Duitsland, Frankrijk en Engeland grote concurrentie. Aan het eind van de 18de eeuw kwam de productie in Delft vrijwel tot stilstand.

Meissen

In 1708 ontdekte Johann Friedrich Böttger het geheim van porselein. Böttger werkte in Dresden als alchemist voor Augustus II ‘De Sterke’, keurvorst van Saksen en koning van Polen, die een groot liefhebber en verzamelaar was van oosters porselein. Eerst slaagde Böttger erin het Chinese rode steengoed na te maken, en kort daarna vond hij uit dat kaolien (porseleinaarde) het essentiële bestanddeel was voor porselein. Zo kon in 1710 in Meissen (bij Dresden) de eerste porseleinfabriek in Europa worden opgericht.

Aanvankelijk werd het porselein veelal door zogenaamde ‘Hausmaler’ gedecoreerd. In 1720 richtte Johann Gregorius Höroldt in de fabriek een eigen schildersatelier op. Hij ontwikkelde de decoraties die karakteristiek zijn voor het Meissen porselein in de jaren na 1720. Rond 1730 werden Johann Gottlieb Kirchner en Johann Joachim Kändler als modelleurs aangesteld. Door hun inbreng werd, naast de geschilderde decoratie, versiering in reliëf meer gebruikelijk. Na verloop van tijd werden in veel plaatsen in Europa porseleinfabrieken opgericht, waardoor Meissen zijn
monopolie verloor.

Loosdrecht

In Nederland is alleen porselein gemaakt in Weesp (1760-1770), Loosdrecht (1774-1784) en in Ouder- en Nieuwe Amstel (1784-1809 / 1814). Ondanks de goede kwaliteit van het porselein is geen van deze fabrieken, mede vanwege de hoge productiekosten, er in geslaagd winstgevend te werken. Dominee Johannes de Mol (1726-1782) stichtte de fabriek in Loosdrecht in 1774 als werkverschaffing voor de werkeloze bewoners van het door turfwinning verarmde gebied. In 1784 hield de fabriek alweer op te bestaan. De concurrentie van met name het Engelse aardewerk (Wedgwood) en het Duitse porselein was te groot. Bovendien werd Chinees porselein in grote hoeveelheden aangevoerd.

Het getoonde Delfts aardewerk is voor het grootste deel afkomstig uit de collectie van M.G. van Heel. Van Heel (Nijverdal 1876-Rijssen 1950) liet zijn omvangrijke verzameling aardewerk na aan de ‘Stichting Oudheidkamer Riessen’ te Rijssen. Het legaat, dat ook een aantal schilderijen omvat, is sinds 1967 in het Rijksmuseum Twenthe ondergebracht.
De collecties Meissen en Loosdrecht zijn in bruikleen van het Rijksmuseum Amsterdam, gedurende de verbouwing.