Curator
Till-Holger Borchert*, Groeningemuseum, Brugge
Organizers
De tentoonstelling is een productie van het Paleis voor Schone Kunsten, georganiseerd in partnership met het Davidsfonds en in nauwe samenwerking met de vlaamsekunstcollectie. Voor de inhoudelijke uitwerking van de tentoonstelling wordt Till-Holger Borchert bijgestaan door een wetenschappelijke comité met leden uit de drie musea: Dorine Cardyn (KMSK Antwerpen), Peter Carpreau (MSK Gent), Bruno Fornari (MSK Gent), Sandra Janssens (KMSK Antwerpen), Eva Tahon (Memlingmuseum Brugge), Monique Tahon-Vanroose (MSK Gent), Greta Van Broeckhoven (KMSK Antwerpen), Carine Van Bruwaene (MSK Gent), Laurence Van Kerkhoven (Groeningemuseum Brugge) en Tine Van Poucke (coördinator Paleis voor Schone Kunsten).Ensor tot Bosch wordt mogelijk gemaakt dankzij de steun van de Vlaamse Gemeenschap.
Museum press release, 6 May 2005
Tijdens de zomermaanden verhuizen een 140-tal kunstwerken uit 3 belangrijkste kunsthistorische musea in Vlaanderen, aangevuld met enkele buitenlandse bruiklenen, tijdelijk naar het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel. Van 15 juni tot 11 september komen ze terecht in de tentoonstelling Ensor tot Bosch voor een representatief overzicht van de rijkdom van de beeldende kunst in de zuidelijk Nederlanden van de 20ste tot de 15de eeuw.
Topstukken van Van Dijck, Ensor en Bosch liggen verankerd in de identiteit van de Vlaamse steden. Maar wanneer werden ze opgenomen in de Vlaamse kunstverzamelingen? En hoe komt het dat niet alle Vlaamse kunstschatten naar het buitenland verscheept zijn, zoals bijvoorbeeld het schrijnende geval van het meesterwerk van James Ensor de Intrede van Christus in Brussel dat terechtkwam in het Gettymuseum van Los Angeles (VS)? Door toedoen van wie konden ze hier blijven? Of in weerwil van wie? Welke sporen heeft de Franse revolutie nagelaten in de collecties? En vanaf wanneer beseffen de verzamelaars de waarde van de Vlaamse primitieven?
Dat verhaal, over de ontstaansgeschiedenis en de collectievorming van de 3 grote kunsthistorische musea in Vlaanderen, wordt uit de doeken gedaan in de tentoonstelling Ensor tot Bosch. De tentoonstelling gaat op zoek naar parallellen en verschillen in de specifieke museale collectievorming, benadrukt wisselwerkingen tussen smaak en kunst, tussen mode en mentaliteit, tussen Oude en Moderne kunst. De expo reconstrueert de smaak van 18de en 19de eeuwse verzamelaars in Vlaanderen, beklemtoont de cruciale periode van de Franse Revolutie en de Franse bezetting, brengt de rol van de Academies in kaart, duidt gemiste kansen aan.
Met de tentoonstelling, die kadert in de verjaardag van ‘175 jaar België, 25 jaar federalisme’, presenteert de vlaamsekunstcollectie zichzelf voor de eerste maal aan het grote publiek. De vlaamsekunstcollectie is het structurele partnership tussen de 3 belangrijkste kunsthistorische musea in Vlaanderen: het Groeningemuseum Brugge, het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSK Antwerpen) en het Museum voor Schone Kunsten Gent (MSKG). De tentoonstelling Ensor tot Bosch biedt de vlaamsekunstcollectie de kans om het nog prille samenwerkingsverband tussen de drie musea bij een breed publiek bekend te maken. Omdat het geen museum is en ook niet over een eigen collectie beschikt, is het Paleis voor Schone Kunsten een ideale ruimte voor een dergelijke presentatie. Dit is meteen ook een bijzondere gelegenheid om vaak overbekende werken anders en elders te ontdekken of te herontdekken.
Het trio selecteerde voor deze expositie 143 kunstwerken: topstukken van internationaal geroemde meesters, onbekendere kunstwerken uit de reserves, aangevuld met een tiental bruiklenen uit Europese musea, waaronder het Louvre. Het wetenschappelijk comité koos kunstwerken die het verhaal illustreren over de smaak en de vormingsgeschiedenis van de collecties van de drie musea. Hoewel de meeste aandacht uitgaat naar de schilderkunst, zorgen enkele sculpturen ook voor enig reliëf in de tentoonstelling. Archiefdocumenten, etsen en tekeningen stofferen het cultuurhistorische verhaal.
Het tentoonstellingsparcours omvat een ruim aantal topstukken die onlosmakelijk verbonden zijn met de collecties van de drie musea, zoals:
- uit het MSK Gent De ijsvogels van Emile Claus, De kleptomaan van Théodore Géricault, de Fontein der geknielden van George Minne, Kop van Pierre de Wissant van Auguste Rodin;
- uit het KMSK Antwerpen De bewening van Christus van Antoon Van Dyck, Heilige Theresia van Avila bekomt door Christus tussenkomst de verlossing uit het vagevuur van Bernardino de Mendoza van Rubens, Stilleven met oesters en Maskertoneel van Ensor
- en uit het Brugse Groeningemuseum De doop van Christus van Gerard David, Het Laatste Oordeel van Bosch, De portretten van Jan van Eyewerve en Jacquemyne Buuck van Pieter Pourbus.
Ensor tot Bosch is een cultuurhistorische tentoonstelling die de ontstaansgeschiedenis schetst van de vlaamsekunstcollectie. Elk met hun eigen klemtoon – de 15de en vroeg 16de eeuw in het Brugse Groeningemuseum, de laat 16de en 17de eeuw in het KMSK Antwerpen en de 19de eeuw in het MSK Gent – vullen deze drie museumcollecties elkaar perfect aan. De tentoonstelling poogt ook na te gaan in hoeverre er naast deze verschillen ook parallellen te ontdekken zijn tussen de drie verzamelingen. Zodoende wil de tentoonstelling achterhalen in hoeverre de collectievorming van de musea een mentaliteits- en smaakgeschiedenis weerspiegelt.