From the museum’s own collection.
Museum press release
Een kousenband van prinses Marianne (1810-1883), tassen van Hermès uit Parijs en elegante sjaals van de Wiener Werkstätte, het zijn een paar van de hoogtepunten uit de rijke collectie kostuumaccessoires (1550-1950) waarvan het Rijksmuseum een uitgebreide keuze presenteert van 25 mei tot en met 24 november 2002. Al die hoeden, handschoenen, wandelstokken, waaiers, parasols en tassen laten zien wanneer bepaalde accessoires werden geïntroduceerd, hoe zij de mode in een tijdvak beheersten, hoe hun functie en uiterlijk door de tijd heen veranderden en wanneer zij uiteindelijk uit het straatbeeld verdwenen.
Elke tijd heeft zijn eigen gedragsregels en normen. Daarmee verandert ook het modebeeld. Zo was het vijftig jaar geleden ondenkbaar dat een elegante vrouw zich zonder hoed, tas of handschoenen op straat zou vertonen, net zoals het 100 jaar daarvoor niet gebruikelijk was om zonder parasol naar buiten te gaan. Veel van die ‘onontbeerlijke’ accessoires uit het verleden zijn inmiddels verdwenen. Toch blijken zij voor ons nog vaak verrassend actueel.
In de verzameling van het Rijksmuseum bevindt zich een keur aan accessoires. Uniek is bijvoorbeeld de 17de-eeuwse plooikraag; de enige ter wereld! De 17de-eeuwse handschoenen en buideltjes met goud- en zilverdraad, robijntjes en zoetwater parels of de 18de-eeuwse waaiers met monturen van gesneden ivoor met parelmoer, en de 18de-eeuwse wandelstokken van narwal en exotisch hout met knoppen van edelmetaal, halfedelstenen en porselein geven een indruk van de uiteenlopende materialen die in de loop der eeuwen gebruikt zijn. Uit deze overvloed worden de meest opvallende, specifieke én mooiste voorbeelden gepresenteerd. Zoals twee 18de-eeuwse ceremoniële zijden kousenbanden gebruikt bij twee huwelijken in de familie Noël (handelaren in goud- en zilverdraad) uit Amsterdam, elegante schoenen uit de jaren 1920 van de fa. Van Goethem uit Brussel, fraaie 19de-eeuwse waaiers van hofleverancier de Wed. van der Hulst uit Amsterdam, maar ook katoenen mutsen (volgens overlevering) gebreid door de bekende 19de-eeuwse, blinde schrijfster Petronella Moens en een beurs van rood satijn geborduurd met goud- en zilverdraad ‘gevonden in den Tente van den Groot Vizir [Kara Mustafa] wanneer hij Weenen belegerde, en door de Prince Eugenius van Saxen geslagen wierd’ in 1683.
Naast veel Nederlandse voorbeelden, is er ook een groot aantal interessante voorwerpen die in het buitenland werden gemaakt en ter plekke, dan wel in ons land zijn gekocht. Frankrijk en Engeland bleven namelijk door de eeuwen een grote aantrekkingskracht uitoefenen en diegenen die het zich konden veroorloven, kochten maar al te graag hun luxe artikelen in Londen of Parijs. Want accessoires zijn eenmaal niet los te denken van begrippen als ‘status’, ‘kwaliteit’ en ‘goede smaak’.