Museum de Fundatie shows an extraordinary series of portraits from the same family, the Crayvanger family. In the 1650’s the family members were portrayed by Paulus Lesire, Caspar Netscher and Gerard ter Borch respectively.
From the museum website, 30 October 2013
Een uitzonderlijke zeventiende-eeuwse portretreeks is die van de familie Craeyvanger. Willem Craeyvanger, Christine van der Wart en hun acht kinderen werden tussen 1651 en 1658 geportretteerd door Gerard ter Borch –de belangrijkste kunstenaar uit de Zwolse geschiedenis-, Caspar Netscher en Paulus Lesire. Tien verschillende doeken die zo’n 350 jaar in het bezit van de familie zijn gebleven. Een zeldzaamheid, evenals het feit dat er uit de zeventiende eeuw geen enkele andere vergelijkbare serie van geschilderde portretten van leden van één gezin bekend is. In Museum de Fundatie wordt deze portretgalerij, een bruikleen van The Leiden Collection, New York, geflankeerd door een genrestuk van Netscher uit The Kremer Collection en werk door Ter Borch uit het Rijksmuseum Amsterdam en uit de eigen collectie van het museum.
In 1651 liet Willem Craeyvanger, lakenkoopman te Arnhem, zich in Den Haag portretteren door Paulus Lesire. Enkele jaren later, zo rond 1655-1656, schilderde Caspar Netscher , één van de leerlingen van Ter Borch, het portret van Craeyvangers echtgenote Christine van der Wart. Hun zes zonen (Jan, Willem, Reijnder, Engel, Peter en Gerrit) en twee dochters (Lijsbeth en Naleke) werden allen in 1658 op doek vastgelegd, zowel door Netscher als door de in Zwolle geboren Gerard ter Borch. Ter Borch behoort tot de meest gerenommeerde Nederlandse portret- en genre-schilders van de zeventiende eeuw. Als portrettist bracht hij welgestelde burgers op verfijnde wijze elegant in beeld. Netscher werd in Ter Borchs atelier in Deventer opgeleid en als talentvolle leerling mocht hij Ter Borch assisteren bij de portretopdracht van de familie Craeyvanger.
Opvallend is dat de Craeyvangers zich niet in een groepsportret hebben laten vastleggen, maar juist in tien afzonderlijke portretten, wat binnen de zeventiende eeuw een unicum is. Het is eveneens bijzonder dat de schilderijen als geheel bij elkaar zijn gebleven in de familie van de geportretteerden. De hoge artistieke kwaliteit en de historische betekenis geven deze werken binnen de portretschilderkunst van de Gouden Eeuw een opmerkelijke positie.