Anton Mauve, Larense vrouw met lam, 1885
From the museum website
A new presentation of works from the Gemeentemuseum’s 19th-century Hague School collection, now back in the museum following a tour of venues outside the Netherlands. The new selection on display illustrates the theme of 19th-century open-air landscape painting in the Netherlands. A key innovation in the art of the 19th century was the idea of going out into the countryside to make oil paintings in the open air. Of course, artists of previous generations – Rembrandt, for example – had produced sketches out of doors, but for them the sketch was no more than an initial idea for a picture to be painted in the studio. In the 19th century, there was a growing realisation that artists could learn a great deal by working directly from nature. And landscape painting gradually came to be seen as an important genre.
Na een tournee in het buitenland, is de collectie Haagse School weer in het museum te zien. Dit keer in een selectie onder het thema landschap en plein air in het Nederland van de 19e eeuw. Een van de vernieuwingen van de kunst van de 19de eeuw was het idee om buiten, in de vrije natuur, te schilderen met olieverf. Vanzelfsprekend maakten kunstenaars voor die tijd wel schetsen in de open lucht – denk aan Rembrandt – maar de schets was alleen maar een eerste idee dat in het atelier moest worden uitgewerkt. In de 19de eeuw groeide het besef dat een kunstenaar veel kon leren van een directe studie naar de natuur. Het landschap werd gaandeweg ook steeds meer als een belangrijk onderwerp voor een schilder gezien.
Hoewel de Nederlandse schilders in de buitenlucht gingen schilderen om de natuur op hun doeken te vangen, zagen hun schilderijen er heel anders uit dan die van hun Franse collega’s. Hun doeken zijn te bewonderen op de tentoonstelling Van Corot tot Cézanne. Zodoende kunt u de twee zeer uitleenlopende visies op de natuur, de Nederlandse en de Franse, met elkaar vergelijken.