From the museum website
Het Slot Zeist presenteert in samenwerking met de Rijksakademie van beeldende kunsten
in Amsterdam de tentoonstelling “Het lichaam bloot gegeven. Tekeningen uit de collectie van de Rijksakademie, 1766-1900.” Deze thematische tentoonstelling, die eerder plaatsvond in het Allard Pierson Museum, is gemaakt door studenten Kunstgeschiedenis en Museumstudies van de Universiteit van Amsterdam. In de tentoonstelling komen de verschillende facetten van het tekenonderwijs in de 18e en 19e eeuw aan de Rijksakademie (1870-heden), de Amsterdamse Stadstekenacademie (1740-1820) en de Koninklijke Akademie van Beeldende Kunsten (1820-1870) aan bod. Ook wordt getoond hoe de visie op het weergeven van het lichaam in deze periode veranderde.
“Het lichaam bloot gegeven” toont onder meer een collectie modeltekeningen uit de
Rijksakademie van beroemd geworden leerlingen zoals Jan Sluijters en Jan Veth, en toont de hulpmiddelen die een kunstenaar kreeg aangereikt. Daaronder zijn opzienbarende voorbeelden van anatomische prenten. Weinig collecties uit academies zijn bewaard gebleven en gezien de woelige geschiedenis van de Amsterdamse Rijksakademie, waarbij de verschillende directeuren er steeds andere ideeën over het onderwijs op na hielden, is het verrassend dat deze collectie nog bestaat. Bij de tentoonstelling hoort een catalogus.
De tentoonstelling voert u langs de volgende thema’s:
Het lichaam gefragmenteerd en onder de huid bezien
Om het lichaam goed te kunnen tekenen werd er veel van de kunstenaars verwacht. Zo was het noodzakelijk voor hen zich te verdiepen in de anatomie van het lichaam en hier werden dan ook veel tekenstudies naar gemaakt. Daarnaast moesten de kunstenaars alle lichaamsdelen apart goed kunnen weergeven: zij moesten de lichaamsdelen als het ware uit hun hoofd kennen! Om dit te leren werd gebruikt gemaakt van hulpmiddelen zoals prenten, skeletten en (anatomische) boeken, die te zien zijn in de tentoonstelling.
Van Praxiteles tot Michelangelo
Om te leren hoe een lichaam weergegeven moest worden, tekenden de leerlingen van de
Rijksakademie ook gipsen beelden na. Deze beelden hadden een ideale houding en de juiste proporties. Niet alleen werd getekend naar beelden van beroemde beeldhouwers uit de Klassieke Oudheid zoals Praxiteles, maar ook naar beelden uit de Renaissance van bijvoorbeeld Michelangelo. Veel van deze beelden die werden nagetekend zijn nu nog steeds wereldberoemd, denk maar aan de Venus van Milo, waarvan op de tentoonstelling niet alleen tekeningen te zien zijn, maar ook diverse gipsen beelden.
Naar het leven getekend
Het uiteindelijke doel van een kunstenaar in opleiding was het goed kunnen weergeven van een levend model. De modellen moesten een gracieuze houding hebben en de spieren en schaduwen op het lichaam moesten duidelijk zichtbaar zijn. Maar de opvatting van een gracieuze houding en de visie op hoe een lichaam goed weergeven moest worden, veranderden in de 18e en 19e eeuw. Deze verandering naar levend model is in de tekeningen goed te zien. De classicistisch beïnvloede visie op het lichaam moest steeds meer plaatsmaken voor de realistische visie.
Een prijs om hogerop te komen
Het onderwijsprogramma aan de Rijksakademie was op prijzen gebaseerd. De leerlingen
moesten zich bewijzen. Daarom werden er jaarlijks prijzen uitgereikt voor de beste tekeningen van levende modellen. Wanneer een kunstenaar een eerste prijs had gewonnen, werd hij naar een hogere klasse bevorderd en werden er weer hogere eisen aan hem gesteld. Iemand met de eerste prijs in de hoogste klasse mocht de Rijksakademie als geslaagd kunstenaar verlaten. De prijswinnende tekeningen bieden een goed inzicht in wat er van de leerlingen werd verwacht.
In het amfitheater wordt een film vertoond over het functioneren van de hedendaagse Akademie.