De publieke beeldvorming over protestantse kunst uit onze Gouden Eeuw lijkt vaak te worden bepaald door objecten als avondmaalszilver en borden met familiewapens of predikantennamen. Echter: een groot deel van de zeventiende-eeuwse Nederlandse schilderkunst heeft óók een uitgesproken protestants karakter.
Op de zomertentoonstelling van Museum Catharijneconvent wordt dit geïllustreerd met werken van meesters als Rembrandt, Frans Hals en Govert Flinck uit de eigen collectie, aangevuld met bruiklenen uit het Mauritshuis, Dordrechts Museum, Rijksmuseum, Amsterdam Museum, Fries Museum en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Jacob Backers Portret van Johannes Wtenbogaert (Remonstrantse Gemeente, Amsterdam), dat overkomt uit het Rijksmuseum, behoort tot de absolute hoogtepunten op de tentoonstelling. Dat geldt ook voor het Portret van de apostel Paulus (Fries Museum) van Lambert Jacobsz., die behalve schilder ook doopsgezind predikant was in Leeuwarden. Monumentale predikantenborden uit Portugaal (bij Rotterdam), orgelluiken en schitterend ingekleurde prentbijbels completeren de selectie. De prentbijbels laten in dit verband mooi zien hoe de beeldtaal van de protestantse schilderkunst een bredere, populaire verspreiding vond. Zo zien we in illustraties van een bijzonder exemplaar van de prentbijbel ’t Groot waerelds tafereel (particuliere collectie) het verhaal van de engel en Tobias met de vis (Tobit 6:3) precies zo weergegeven – zij het gespiegeld – als op een geschilderd paneel van Pieter Lastman (Museum het Princessehof, Leeuwarden). In dezelfde publicatie zien we ook het verhaal geïllustreerd van Christus en de Samaritaanse vrouw bij de bron (Johannes 4:1-39), dat in een vergelijkbare compositie het onderwerp is van Gerbrand van den Eeckhouts schilderij uit het Mauritshuis.
Een bijzondere plaats op de tentoonstelling wordt ingenomen door enkele schilderijen van de Amsterdamse schilder Gerrit Pietersz Sweelinck (1566–1612). Sweelincks werken zijn speciaal gekozen in samenhang met het jaarlijkse Festival Oude Muziek in Utrecht. Dat stelt in 2012 mede het oeuvre centraal van zijn broer, de beroemde componist Jan Pietersz Sweelinck (1562-1621). Het gezicht van Sweelinck’s musicale broer zal veel mensen bekend voorkomen van het Nederlandse 25 gulden biljet. Zij kunnen op de expositie nagaan of het klopt dat Gerrit Sweelinck op een drieluik uit de collectie van Museum Catharijneconvent zijn musicale broer Jan gebruikte als model voor het gezicht van de heilige naar wie hij was vernoemd: Johannes de Doper.