The Stedelijk Museum Alkmaar presents the work of two female artists: Alida Pott (1888-1931) and Pau Wijnman (1889-1930). The women were contemporaries and both died young. The exhibition shows work from their small but varied oeuvre and contrasts the married life of the two women with that of Charley Toorop (1891-1955), who refused to marry, claiming it would affect her career.
From the museum press release, 28 May 2009
Drie sterke en ambitieuze kunstenaressen die begin vorige eeuw leefden en samenkomen in de tentoonstelling in het Stedelijk Museum Alkmaar. Een fascinerend drieluik met één grote gemeenschappelijke noemer: de liefde voor de kunst.
Charley Toorop (1891-1955) was enig kind van de beroemde kunstenaar Jan Toorop en had één allesoverheersende ambitie: als schilderes een oeuvre op te bouwen waarmee ze in de kunstwereld meetelde. In haar werk ‘Zelfportret tegen palet’ uit 1934 presenteert ze zich nadrukkelijk als kunstenares. Na haar huwelijk met Henk Fernhout, met wie ze drie kinderen kreeg, was het voor Charley Toorop duidelijk: de combinatie van huwelijk en kunst was voor haar onmogelijk. Pas na 1930 vond zij haar ware stijl. Ze bouwde een consistent, expressief-realistisch oeuvre op, waarmee ze haar plaats in de Nederlandse kunstgeschiedenis veroverde.
Alida Pott (1888-1931) en Pau Wijnman (1889-1930), twee geëmancipeerde kunstenaressen en leeftijdgenoten van Charley Toorop, kozen anders dan Toorop niet voor huwelijk òf kunst, maar voor de combinatie van beide. Alida Pott was getrouwd met de kunstenaar George Martens, kreeg twee kinderen en was naast moeder en kunstenares ook actief als tekenlerares. Met haar man was ze betrokken bij de oprichting van de Groninger Kunstkring De Ploeg. Pau Wijnman trouwde beeldend kunstenaar en klarinettist Johan van Hell. Ook zij gaf tekenles en zette zich samen met Van Hell in voor de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC).
Zij leefden in een bijzonder tijdperk. Het begin van de 20ste eeuw, waarin moderne kunst nieuwe wegen insloeg: het tijdperk van het expressionisme, kubisme, symbolisme en de invloed van Van Gogh. Dit is duidelijk terug te zien in het werk van de vrouwen. Alida legde zich toe op haar specialiteit: het maken van aquarellen en het tekenen in potlood en inkt. Experimenteren deed ze ook. Ze ontwierp affiches, maakte collages en textielontwerpen. Alida stierf in 1931 op 43 jarige leeftijd aan pleuritis.
In het werk van Pau Wijnman zijn duidelijke vormen van kubisme, expressionisme, futurisme maar ook symbolisme terug te vinden. Naast werken op papier, maakte Pau mozaïekontwerpen, maskers, litho’s en houtsneden. In 1927 krijgt ze de ziekte van Parkinson en overlijdt in 1930 op 40 jarige leeftijd.
Hun beider werk is, ondanks hun korte leven, van een hoogstaande kwaliteit. Hoe zouden ze zich verder ontwikkeld hebben als ze niet zo jong gestorven waren?