De tentoonstelling Jongkind tot Van der Leck – collectie Kamerbeek – opnieuw te zien vindt deze zomer collegiaal onderdak in het Armando Museum. De succesvolle expositie in Museum Flehite in Amersfoort moest dit voorjaar abrupt worden afgebroken naar aanleiding van de vondst van asbestvezels in de tentoonstellingsruimtes.
Armando en het Armando Museum maken graag een gebaar naar collectioneurs Cees en Jarmila Kamerbeek en naar de vele gedupeerde bezoekers. Daarom wordt – na schoonmaak – de expositie met Nederlandse figuratieve schilderkunst van 1850 tot 1950 in de Grote Zaal van het Armando Museum opnieuw opgebouwd.
Jongkind tot Van der Leck – collectie Kamerbeek
De indrukwekkende kunstcollectie van de Amersfoortse verzamelaars Cees en Jarmila Kamerbeek omvat bijna honderd realistische schilderijen, aquarellen en tekeningen van Nederlandse kunstenaars, zoals Jacob Maris, Isaac Israels, Dirk Filarski, Leo Gestel en Piet Mondriaan, vervaardigd tussen 1850 en 1950. De collectie geeft een overzicht van een fascinerende periode uit de Nederlandse kunstgeschiedenis: van het vroege impressionisme van J.B. Jongkind tot het modernisme van Bart van der Leck. De collectie was met de tentoonstelling in Museum Flehite voor het eerst voor een groot publiek toegankelijk.
Het realisme deed rond 1850 haar intrede in de schilderkunst. Het keurslijf van het academisme werd afgeworpen en met het ‘pre-impressionisme’ van Johan Berthold Jongkind slaat de Nederlandse schilderkunst een nieuwe weg in. Zelfs Claude Monet erkende de invloed van Jongkind op zijn werk, dat vaak wordt beschouwd als aftrap van de ontwikkeling van de moderne kunst naar uiteindelijk de abstractie rond 1920. Ook in Nederland verandert het kunstklimaat rond 1850. In 1848 voert staatsman Johan Rudolf Thorbecke een nieuwe grondwet in ons land in, die de individuele vrijheden wettelijk vastlegt en beschermt. Op artistiek gebied is deze maatschappelijke verandering, volgens Cees Kamerbeek, van groot belang geweest. In dit gunstige politiek-maatschappelijke klimaat konden kunstenaars zich namelijk steeds vrijer uiten en zich daardoor ook persoonlijk sterk ontplooien.
Ontwikkelingen in beeld gebracht
Cees en Jarmila Kamerbeek hebben aan de hand van de figuratieve schilderkunst de ontwikkeling in het Nederlandse kunstklimaat tussen 1850 en 1950 in kaart proberen te brengen. In korte tijd verzamelden zij bijna honderd werken. Van het prille begin van de nieuwe, individuele schilderkunst tot de climax, die wordt gevormd door het werk van de meest abstract werkende, maar toch nog ‘figuratieve’ kunstenaar uit de Nederlandse kunstgeschiedenis: Bart van der Leck. De basis van de collectie Kamerbeek wordt gevormd door een aantal schilderijen van de Romantische School. Een sleutelstuk binnen de collectie is J.B. Jongkinds Gezicht op Dordrecht (1869). Het schilderij legt een verbinding tussen de academische schilderkunst van rond 1850 en de vernieuwingen die Amsterdamse impressionisten, zoals George Hendrik Breitner en Isaac Israels, rond 1900 introduceerden.
Publikatie te verkrijgen in de museumwinkel van het Armando Museum
Jongkind tot Van der Leck, de passie van een collectioneur. Beschrijving van de werken uit de collectie en tentoonstelling, met afbeeldingen in kleur. Uitgeverij Bekking Amersfoort. € 24,90.