CODART, Dutch and Flemish art in museums worldwide

Sprekende portretten: grafiek van Jan Veth en tijdgenoten

Speaking portraits: graphic art by Jan Veth and contemporaries Exhibition: 17 September - 27 November 2005

Jan Veth, Dr. Joseph Fles

From the museum website

Jan Veth (1864-1925) was a man of many talents. In addition to his activities as a painter and a graphic artist he wrote art reviews and poems. Above all, though, he was a successful portraitist. The exhibition centres on portraits of artists and writers. Portraits of artists, including those of George Breitner, Jozef Israels, Willem Maris, Jacob Maris and Hendrik Mesdag, are displayed among their watercolours, gouaches, drawings, sketchbooks and prints from the museum’s collection. Portraits of writers such as Louis Couperus, Lodewijk van Deijssel, Frederik van Eeden and Jacobus van Looy are shown in combination with their finest book-covers. There is also a gallery with portraits of art collectors, museum directors, scholars, politicians and so forth. The atmosphere of the period during which Jan Veth and his contemporaries lived is evoked in the exhibition by examples of decorative art, including furniture, vases, lamps and rugs.

Museum press release, 5 September 2005

Jan Veth diende de kunst op twee fronten. Hij was een verdienstelijk schilder maar kreeg naam door zijn knap doorwerkte lithografische portretten. De geportretteerden die voor een deel werden uitgezocht door Veth zelf geven een beeld van de ‘culturele elite’ van het fin de siècle. Onder hen zijn kunstenaars, schrijvers, wetenschappers en politici.

De portretten verschenen als bijlagen in de tijdschriften De Amsterdammer onder de titel ‘Bekende Tijdgenooten’ van 1891 tot 1896 en in De Kroniek als ‘Portretten van De Kroniek’ van 1895 tot 1898. Kern van de tentoonstelling bestaat uit proefdrukken in allerlei stadia op verschillende papiersoorten van alle portretten die Jan Veth maakte ter voorbereiding van de bijlage in de twee opinieweekbladen. Het is voor het eerst dat een dergelijke opstelling van zijn werk te zien zal zijn. Beroemde tijdgenoten als George Breitner, Jozef Israëls en Willem Maris zijn te zien temidden van hun aquarellen, gouaches, tekeningen en grafiek uit de museumcollectie. Evenmin ontbreken portretten van kunstverzamelaars, museumdirecteuren, wetenschappers en politici. Als introductie op de tentoonstelling zal Veth’s werkwijze aan de hand van een werkset’(tekening, proefdruk, contra- of klatschdruk en de definitieve staat) worden toegelicht.

Vele talenten

Jan Veth (1864 Dordrecht-1925 Amsterdam) was een man met vele talenten. Naast zijn werkzaamheden als schilder en graficus schreef hij ook kunstkritieken en gedichten. Binnen de beweging van de Tachtigers speelde hij een belangrijke rol. Hij was een beschouwer en wist als geen ander de hoofdrolspelers van zijn tijd vast te leggen.
Voor alles was hij dan ook een succesvol portrettist.

In 1889 begon Veth te lithograferen. In die tijd werd deze techniek als ondergeschikt ervaren. ‘Als leerling van de academie heb ik het litho niet anders dan steelsgewijs durven voortzetten, omdat de hoogleraren dat voor hun academie niet ernstig genoeg vonden’. Een jaar later verzorgde hij voor De Amsterdammer een reeks gelithografeerde portretten. Dit bezorgde hem een regelmatig inkomen en gaf hem als portretschilder meer bekendheid. Na 1898 stopte hij definitief met het maken van portretlitho’s omdat hij steeds meer opdrachten voor geschilderde portretten kreeg. Veth ontwikkelde zich tot een zeer kundig portretschilder, die een grote natuurgetrouwheid nastreefde. Hij zocht ‘de belangwekkende mensch, mits markant van gezicht’. Hij was niet belust op zwierige effecten, maar observeerde koel en rustig om te komen tot een vaak indringende manier van portretteren.

De portretten van Jan Veth bezitten een grote historische en artistieke waarde. Een historisch-documentaire waarde omdat ze een dwarsdoorsnede laten zien van de maatschappelijke elite tijdens een fin de siècle. Een artistieke waarde, omdat Jan Veth met de series een belangrijke bijdrage leverde aan de herwaardering en de opleving van de lithografie in Nederland aan het einde van de negentiende eeuw. Zijn portretkunst luidde een nieuw tijdperk in en vond zijn navolgers aan het begin van de twintigste eeuw. Zijn voorbeeld was de zestiende-eeuwse portretkunst uit Nederland en Duitsland. Vooral Albrecht Dürer (1471-1528)en Hans Holbein (1497/8-1543) bewonderde hij zeer.

Bij de tentoonstelling verschijnt een brochure met daarin afgebeeld alle portretten die Veth maakte voor De Amsterdammer en De Kroniek.