CODART, Dutch and Flemish art in museums worldwide

Van Eyck tot Bosch: Oud Nederlandse kunst uit Dresden

From Van Eyck to Bosch: early Netherlandish art from the state collections of Dresden Exhibition: 2 December 2005 - 26 February 2006

From the museum website

The world-famous art museum in Dresden has one of the most important royal collections in the world. The 16th-century art room of the dukes of Saxony is the starting point of the museum in Dresden, but of greater importance are the masterpieces that were acquired during the 17th and 18th centuries, which make this historically grown collection one of the most important in Europe. The museum is most famous for its paintings by Raphael and Correggio, Rembrandt and Rubens, Dürer and Holbein. The Flemish Primitives in Dresden get far less attention. For the first time, the Groeningemuseum presents an overview of early Netherlandish drawings and paintings from Dresden, among which the only drawing by Jan van Eyck now known to have been preserved.

Museum press release

Inhoud in het kort

Het Groeningemuseum presenteert voor het eerst een overzicht van Oud-Nederlandse tekeningen en schilderijen
uit de Staatliche Kunstsammlungen te Dresden. Met een tiental schilderijen en meer dan zestig tekeningen biedt
deze tentoonstelling een boeiende presentatie rond de Vlaamse Primitieven. Het gaat om verborgen schatten van
o.a. Jeroen Bosch, Rogier van der Weyden, Gerard David, de Meester van de Ursulalegende enz… Het
belangrijkste bruikleen is de enige bewaarde originele tekening van de hand van Jan van Eyck! Naar aanleiding
van deze expositie werden bovendien talrijke tekeningen voor het eerst met natuurwetenschappelijke methodes
onderzocht waardoor nieuwe, spectaculaire inzichten in het werkproces van de kunstenaars ontstonden.
Deze tentoonstelling werd eerst in Dresden zelf voorgesteld aan het publiek om vervolgens af te sluiten in het
Brugse Groeningemuseum. Achteraf zullen de tekeningen om conservatorische redenen jarenlang niet meer aan
het publiek kunnen getoond worden…

De Staatliche Kunstsammlungen Dresden – en meer bepaald de Gemäldegalerie Alte Meister
(Schilderijenverzameling van Oude Meesters) en het Kupferstich-Kabinett (Prentenkabinet) – zijn tijdelijk te gast
in het Brugse Groeningemuseum. De kunstcollecties van Dresden zijn één van de belangrijkste verzamelingen ter
wereld en zijn internationaal vooral beroemd voor topstukken van Italiaanse kunstenaars zoals bijvoorbeeld
Raffael en Canaletto en voor hun meesterwerken uit de Duitse Romantiek.
De verzamelingen vijftiende-eeuwse kunst uit de Nederlanden zijn, in het geheel gezien, heel wat minder bekend.
Ten onrechte, want het gaat om bijzonder oude en historisch gegroeide collecties, die een grote kunst- en
cultuurhistorische waarde vertegenwoordigen. De eerste Oudnederlandse schilderijen kwamen al tijdens de 16de
eeuw in de kunstkamer van de hertogen van Saksen (de voorloper van de Kunstsammlungen) terecht en werden
tijdens de 17de en de 18de eeuw continu aangevuld. Ook 15de – en 16de -eeuwse tekeningen werden in Dresden al
in de 18de eeuw verzameld.
Met ongeveer zestig tekeningen en een tiental paneelschilderijen van Nederlandse en Vlaamse kunstenaars
vormt deze expositie alleen al omwille van de hoeveelheid bruiklenen een bijzonder belangrijke manifestatie.

Topstukken

Niet alleen de kwantiteit, maar vooral de kwaliteit van de bruiklenen is indrukwekkend. Zo is onder meer de enige
bewaard gebleven originele tekening van Jan van Eyck daar te zien; dit vermoedelijk portret van Kardinaal Nicolo
Albergati (ca 1435) is zonder twijfel de absolute topper van de expositie. Deze beroemde tekening werd voor
deze tentoonstelling voor het eerst met natuurwetenschappelijke methodes grondig onderzocht. De resultaten
van dit onderzoek bieden unieke nieuwe inzichten in het werkproces van Jan van Eyck.
Ook De boommens, een indrukwekkende tekening uit het atelier van Jheronimus Bosch zal ongetwijfeld de
aandacht van de bezoekers trekken. Pas recent bleek dat deze tekening door dezelfde kunstenaar is uitgevoerd
die ook de triptiek van het Laatste Oordeel in het Groeningemuseum heeft geschilderd, en dat deze kunstenaar
één van de belangrijkste medewerkers van Bosch is geweest.
Naast dergelijke befaamde stukken zitten er heel wat boeiende ontdekkingen in deze tentoonstelling, die voor het
eerst het geheel van de collecties Oud-Nederlandse kunst uit Dresden presenteert, op enkele paneelschilderijen
na die in problematische toestand verkeren en dus niet verplaatst kunnen worden. Na een zomertentoonstelling in
Dresden zelf is Brugge de tweede en tegelijk laatste halte van deze uitzonderlijke expositie, die een unieke kans
biedt om kennis te maken met verborgen schatten van de Vlaamse Primitieven. In de toekomst zullen de meeste
van deze tekeningen alleen al omwille van conservatorische redenen voor tientallen jaren niet meer aan het
publiek getoond kunnen worden.

Monsters en planeten

De tekeningen uit het Kupferstich-Kabinett van Dresden bieden een overzicht van de evolutie van de
Nederlandse tekenkunst tussen 1400 en circa 1530. Onder andere de verschillende functies van het tekenen en
de grote diversiteit van voorwerpen komen aan bod.
Met een fragmentarische reeks van planetentaferelen, die vermoedelijk aan een Frans-Vlaamse kunstenaar rond
1410 kan worden toegeschreven, benaderen we de seculaire sfeer van de kalenders uit getijdenboeken van de
Franse hofkunst omstreeks 1400. De Italiaanse invloed – met name die van Giovannino dei Grassi of Pisanello –
is tegelijk duidelijk herkenbaar: misschien zijn deze tekeningen door een reizende kunstenaar uit het Noorden
tijdens een bezoek in het Zuiden van Italiaanse muurschilderijen gekopieerd.
Ook verschillende andere tekeningen uit de collectie van Dresden tonen aan dat er in de 15 de en 16de eeuw niet
alleen religieuze voorwerpen circuleerden. We komen hier kopieën van onder andere jachttapijten en
liefdestuinen tegen, die soms aan de sfeer van de genreachtige kalendertaferelen van de 16de -eeuwse Vlaamse
boekverluchters – Gerard Horenbout, Simon Bening – herinneren.
Daarnaast zijn er twee interessante tekeningen te zien, die of als ontwerpen of als kopieën van grafmonumenten
kunnen worden beschouwd. Eén ervan toont misschien het grafmonument van Josse de Lalaing († 1483).
Een bijzonder belangrijke groep tekeningen uit Dresden kan aan de Meester van de Dood van Absalom
toegeschreven worden. Deze tekenaar is een anonieme kunstenaar, die vooral als ontwerper van glasvensters
bezig was. Zijn stijl is bijzonder kenmerkend en karakteristiek, en zelfs virtuoos. Hij is als tekenaar bijzonder
boeiend, zijn contouren (lijnen, belijning, omtrek) zijn van een ongelooflijke zekerheid, zijn grafisch repertoire is
bijzonder divers. Er zijn verschillende tekeningen van monsters van de hand van deze anonieme kunstenaar in de
tentoonstelling aanwezig. Op het vlak van motieven sluiten ze aan bij de wereld van Jeroen Bosch, maar de
tekeningen dienden blijkbaar ook als ontwerptekeningen voor speelkaarten (?) of verwante voorwerpen.

Ateliertekeningen

Veel tekeningen die uit de Bourgondische periode zijn bewaard gebleven, hebben als ateliertekeningen gediend.
Uit bronnen uit die tijd weten we dat kunstenaars zoals bijvoorbeeld Gerard David een uitgebreide verzameling
van composities en motieven bijeengebracht hebben, die als basis voor hun eigen composities dienden en door
medewerkers in de werkplaats gebruikt konden worden. Deze tekeningen werden als een belangrijke schat
beschouwd, en het misbruik door derden werd soms voorwerp van rechtszaken. De Madonna met kind – een
tekening naar een compositie van Dirk Bouts – is er een voorbeeld van, maar ook de schitterende tekening van
de Heilige Catharina, soms toegeschreven aan Hugo van der Goes of Gerard David, is in deze context ontstaan.
Houding en habitus van deze vrouwelijke heilige herinneren aan composities van bijvoorbeeld Hans Memling
(Altaarstuk van het Sint-Janshospitaal, waar de heilige in een soortgelijke pose getoond wordt), en werd precies
zo opgenomen in een miniatuur van het beroemde Breviarium Mayer Van den Bergh.
Voor het eerst zijn ook de achterkanten van sommige tekeningen te zien, wat soms schokkende resultaten
oplevert. Op het verso van een tafereel van Madonna met kind in een interieur – een belangrijke tekening naar
een verloren origineel van Rogier van der Weyden – zien we met enige verbijstering rechtstreeks pornografische
voorwerpen. Dat sommige leerlingen hun seksuele fantasieën op papier brachten, terwijl hun meester in het
atelier hun de opdracht had gegeven om bijvoorbeeld een kruisiging te kopiëren, was toen zeker niet uitzonderlijk.

Fijne schilderijen

Hoewel de ongeveer zestig tekeningen uit het Kupferstich-Kabinett het grootste deel uitmaken van de expositie,
zijn ook de in bruikleen gegeven schilderijen vrij interessant. Eén ervan is een klein paneel met een kruisiging: het
is in navolging van Rogier van der Weyden ontstaan en combineert motieven uit diens befaamde Kruisafneming
in het Prado met motieven uit de Kruisigingstriptiek in Wenen. Dit fijn geschilderde paneeltje herinnert aan werken
uit de Brusselse opvolging van Van der Weyden, en meer bepaald aan medewerkers van de Meester van de
Catharina-legende of Vranke van der Stockt.
Uit hetzelfde artistieke milieu is ook het paneeltje met de Heilige Christophorus afkomstig, dat eerder dit jaar deel
uitmaakte van de tentoonstelling over de Meester met het geborduurde Loofwerk in Rijsel. Dit schilderij is ook in
de Brugse context interessant, want het is een link tussen Christophorus-composities van Van Eyck, Bouts en
Memling.
Net als de Meester met het geborduurde Loofwerk is ook de Antwerpse Meester van Frankfurt verrassend
geïnteresseerd in het schilderen van natuur. Twee stichterluiken uit Dresden met de HH. Andreas en Hedwig
tonen dit aspect van deze Meester (en zijn atelier).

Confrontatie van twee collecties

Bijzonder boeiend belooft ook de confrontatie te worden tussen de Brugse taferelen uit het leven van de heilige
Ursula van de Meester van de Legende van de H. Ursula en een schitterende triptiek met de Madonna met kind
en een stichter. De stilistische verschillen tussen de Brugse panelen en de triptiek uit Dresden tonen aan dat deze
Brugse Meester eerder een kunsthistorische constructie dan een historische persoon is geweest.
Eén van de meest interessante werken is een Heilige Familie, geschilderd door een Noord-Nederlandse
kunstenaar omstreeks 1500. De compositie van het lichtdoorvoed interieur herinnert duidelijk aan composities
van Van Eyck en Petrus Christus, twee Brugse schilders met een Hollands verleden, en lijkt op eerste gezicht dan
ook vroeger dateerbaar. Maar het betreft hier wel degelijk een anachronisme, want het wapen in het
gebrandschilderd glasraam links is het wapen van Filips de Schone, hertog van Bourgondië, die leefde rond
1500.
Niet minder boeiend is een merkwaardig tafereel van de Heilige Hieronymus, dat stilistisch aansluit bij het late
oeuvre van Hugo van der Goes en zijn Dood van de Maagd. Het paneel uit Dresden is niet op eik geschilderd
maar op spar, wat in de Nederlanden ongebruikelijk was en vooral in het zuiden van Duitsland werd benut.
Mogelijk is het een werk van een Duitse navolger van Van der Goes, of van een extra muros werkzame
Nederlander.
Verrassend genoeg sluiten de collecties tekeningen en schilderijen uit Dresden soms zo dicht aan bij de
verzameling van het Groeningemuseum, dat er voor geopteerd is om sommige van de bruiklenen direct met de
Brugse collectiestukken te confronteren. De twee collecties gaan een dialoog met elkaar aan.

Till-Holger Borchert (Nederlandse versie i.s.m. Veronique De Boi)

Tentoonstellingspublicaties

Naar aanleiding van de tentoonstelling Van Eyck tot Bosch: Oud-Nederlandse meesterwerken uit Dresden is
een catalogus in het Nederlands en in het Frans uitgegeven door Musea Brugge. Duitse
uitgave uitgegeven door Deutscher Kunstverlag München/Berlin